- In de polder wordt het proppen met de kunst
- HENRICO PRINS
16 december 1994
- Als er geen modder ligt, ligt er stront. En waar toevallig geen stront is, glij je door de blubber. In deze drassige dagen is de Flevopolder tussen Almere en het Muiderzand een wel erg bizarre plek voor een tentoonstelling....
Het is een vervolg op het vorig jaar gehouden uitwisselingsproject Exchange/ Moskou. Dezelfde deelnemers verrijkten de 'openbare ruimte' in de Russische hoofdstad met kunst. Vooruitlopend daarop hingen Vincent de Boer, Paul Vendel en Michiel Voet de wanden van een Moskouse galerie vol met roebel-biljetten. Tussen dat geld viel eerst nog het woord 'son' te lezen, Russisch voor 'droom'. Kort na de opening stond er helemaal niks meer: dankbaar waren kunstminnaars aan het plunderen geslagen.

- Voor een herhaling van die gebeurtenis hoeven ze in de polder niet zo bang te zijn. De in een paar weken tijds opgetrokken datsja - in Rusland is dat een buitenhuisje - oogt sjofel. Hetzelfde geldt voor een aanpalende barak met veel ramen. Een houten toren van zes meter hoog bepaalt het beeld, je ziet de gebouwtjes van kilometers afstand opdoemen - niet zó vreemd, verder is er vooral gras en grond.
De toren vormt de jongste aanwinst in het oeuvre van Michiel Voet, die donderdagmiddag in zijn bestelbusje aan komt stuiven, verhaalt over een lekke autoband en de smak die hij met zijn fiets maakte en de gekneusde rib die daarvan het gevolg is. Maar verder gaat het goed.
Zijn toren, hoe moeten wij die duiden? 'Ik wilde', zegt Voet, 'een punt maken waar je je bewust bent van het niveau waarop dit ligt. Je kijkt tegen een dijk aan, maar op de toren kun je Amsterdam zien en het water. We zijn hier op de zeebodem. Daar mag verwondering over bestaan.' Hij vangt die verwondering van bezoekers bovenin de toren op met microfoontjes (ssst, niet verder vertellen alstublieft) en laat hun gesprekken horen in de datsja.
Daar, naast een degelijke potkachel, is Koos Dalstra nog bezig met - ja, met wat eigenlijk? Samen met Marion van Wijk werkt hij aan een schommelend geval, kijk maar: 'Je kunt erin liggen en als je het op de kop zet heb je een brug.' Blauw is het, en rood en geel, maar dat klopt ook weer niet helemaal, hij gaat schuren en ziet wel wat ervan komt. 'Ik ben eigenlijk ook geen kunstenaar, ik ben dichter.'
In de andere barak staat een bord van Joeri Leiderman. 'Mobiele standplaats voor het losmaken van de veters van de bewoners van het Centraal Imperium', luidt het opschrift. Hij heeft er urenlang mee rondgezeuld in Amsterdam. Welgeteld twee voorbijgangers lieten de knopen uit hun schoenveters halen. Die reactie - of, liever gezegd, het gebrek aan reactie - moet hem danig zijn tegengevallen.
Misschien hebben ze daarom wel voor zo'n onherbergzame plek gekozen. Misschien zal het publiek dat zijn weg naar de datsja vindt ('A6 richting Almere, afslag Muiderzand, rechtsaf de Pampusweg op, dijk volgen, weer rechts naar de Pampushavenweg, rechtsaf Brikweg, rechtsaf Lawsonpad', enfin, zo'n routebeschrijving dus) makkelijker met zich laten sollen dan de doorsnee-passant in Amsterdam.
'Hebben we eerst ook wel aan gedacht hoor, aan Amsterdam', vertelt Vincent de Boer, een van de curatoren. 'Maar we wilden niet iets op pleinen en straten, zoals in Moskou. We zochten een echte vrijplaats, en de datsja is het beeld dat daarbij past. Ver van het stadsrumoer, en tegelijk dicht bij de stad.'
Het wordt wel proppen straks. Tekenaar Zjora Lititsjevski, die 'iets gaat doen met een trap en het Russische equivalent van Pinokkio', zegt: 'Ik heb nog nooit met zoveel mensen in zo'n kleine ruimte gewerkt.' En al die mensen moeten elkaar ook nog eens zien te begrijpen. De sfeer is niet altijd even vrolijk geweest, vindt Lititsjevski, maar het gaat beter en ze hebben nog niet gevochten. Veel collega's leggen trouwens gewoon in Amsterdamse ateliers de laatste hand aan hun werk. Michiel Voet: 'Ja, die datsja had wat meer als ontmoetingsplek gebruikt moeten worden. Maar de verstandhouding is goed.'
Exchange/ Datsja, van 17 december tot en met 6 januari nabij het Muiderzand. Geopend van woensdag tot en met zondag, 11 tot 19 uur.